
Het testrapport is een gestandaardiseerd sjabloon. Dit kan u hier terugvinden: http://www.vlaamsesocialebescherming.be/formulieren-voor-mobiliteitshulpmiddelen
De test moet aantonen dat:
- het MOHM is aangepast aan de noden van de gebruiker;
- het MOHM kan gebruikt worden in de woon- en leefomgeving van de gebruiker;
- de gebruiker in staat is om het MOHM veilig te gebruiken (binnenshuis en/of op de openbare weg).
Als het gaat om een eerste aanvraag van een elektronische rolstoel, dan moet de test worden uitgevoerd in de woonplaats of de woonomgeving van de gebruiker.
De test zelf moet bestaan uit het uitproberen van ten minste twee verschillende mobiliteitshulpmiddelen die aangepast zijn aan de noden van de gebruiker. Het mag wel een MOHM zijn uit dezelfde subgroep. Ten minste één van de geteste mobiliteitshulpmiddelen moet volledig vergoedbaar zijn (dit wil zeggen: zonder supplementen voor de gebruiker). Wanneer het echter gaat om een MOHM waarvoor geen producten zijn opgenomen op de productlijst, is dit niet mogelijk. Het gaat hierbij dan om aanvragen die via de BTC worden aangevraagd (innovatieve producten,…)
Bijvoorbeeld: wanneer de gebruiker nood heeft aan een elektronische rolstoel, moeten er minstens twee verschillende producten worden getest, maar het mogen wel allebei ‘elektronische rolstoelen’ zijn.

DE VERSTREKKER DIENT AANWEZIG TE ZIJN TIJDENS DE TESTING!