Gebruiksdoel
Aanpassing van de rolstoel met een zitkussen ter preventie van doorzitwonden of antidecubitus zitkussen bij een gebruiker die langdurig en ononderbroken in de rolstoel zit. De gebruiker is voor alle verplaatsingen zowel binnen- als buitenshuis volledig aangewezen op de rolstoel. Ten gevolge van het langdurig zitten in de rolstoel is er voor de gebruiker een hoog of matig risico op doorzitwonden of de gebruiker werd in het verleden behandeld wegens drukletsels of heeft drukletsels.
Specifieke indicatie
Doelgroep 1: gebruiker met een matig risico op doorzitwonden (220514 – 220536)
- De gebruiker is rolstoelgebonden, maar kan zelfstandig en op regelmatige basis (om de 15 min.) de stuit ontlasten. De gebruiker beschikt nog over een zekere tonus in de bilspieren (zelfs ten gevolge van spasticiteit) en de gebruiker heeft een ernstige stoornis of beperking behorend tot één van de volgende items : de eetstoornis, incontinentie (urinair of faecaal), het niet waarnemen van druk tegen of op de huid, die de mogelijkheid tot reactie biedt om beduidend ongemak te beperken, of de functie van hart- en bloedvatenstelsel.
- Of bij vaststelling van drukwonden vanaf graad 1 : niet-wegdrukbare roodheid van de intacte huid. Dit kan gepaard gaan met verkleuring van de huid, warmte, oedeem of verharding van het weefsel.
Doelgroep 2: gebruiker met hoog risico op doorzitwonden (220558 – 220595)
- De gebruiker kan onmogelijk en op regelmatige basis (om de 15 minuten) zelfstandig de stuit ontlasten door zich op te duwen. Dit kan zowel veroorzaakt worden door stoornissen of functionele beperkingen van de bovenste of onderste ledematen of door mentale of cognitieve stoornissen.
- Of komen ook in aanmerking : gebruiker met een slappe verlamming of zware atrofie van de bilspieren, gebruiker met een uitgesproken huidprobleem van de stuit o.a. uitgebreide littekens, brandwonden, radiodermitis, enz.
- Of een gebruiker die reeds eerder een decubitus graad 3, of hoger, heeft doorgemaakt.
Doelgroep 3: gebruiker met hoog risico op doorzitwonden en met een ernstige stoornis van de anatomische eigenschappen van de bekkengordel. (220573 – 220606)
- Gebruiker met hoog risico op doorzitwonden
- De gebruiker heeft bovendien één van de hiernavolgende problemen : Er is een ernstige stoornis (minimaal ICF typering 3) van de anatomische eigenschappen van botten, gewrichten of spieren van de bekkengordel, zodat het bekken, tijdens het langdurig zitten, moeilijk in een correcte positie kan gehouden worden o.a. ten gevolge van abnormale adductie of abductie, abnormale interne of externe rotatie, abnormale flexie of extensie van de heup, voor- of achterwaartse bekkenkanteling, bekkenscheefstand, rotatie van het bekken e.d. meer. Of binnen korte termijn zijn deze problemen met de zithouding t.g.v. van de specifieke evolutieve aandoening te verwachten